Toen ik een jaar of 18 was woonde ik een tijdje in Miami. Ik deed geen hoogdravend werk; het was gewoon een manier om ‘ns uit te zoeken wat ik nou eigenlijk wilde worden als ik later groot was.
In het begin hield ik contact met thuis via de post. Dan stuurde je een brief en twee maanden later kreeg je antwoord. Tof, maar traag.
Tot mijn ouders een fax kochten. Wat een revolutie! Never mind de waardeloze resolutie, het krullende papier, de vlekken en de strepen en het feit dat je hem een week later niet meer kon lezen. Ondanks de inferieure kwaliteit waren we allemaal euforisch over de fax.
Ik zie banken op dit moment als een soort faxen. Ooit noemden we het vooruitgang en hadden we alleen maar oog voor de voordelen: betalen zonder dat je met contant geld over straat hoefde. Sterker nog, je hoefde de straat helemaal niet op. Je betaalde door een overschrijvingsopdracht per post in voorgedrukte enveloppen naar de bank te sturen. Super handig, niet? En je geld lag er veilig, dachten we toen nog…
Met de fax is het snel gegaan en voor je het weet had elk bedrijf er één. Maar nog sneller dan zijn komst, vertrok de fax weer. (Volgens mij kun je zelfs bij het postkantoor vandaag de dag geen fax meer versturen. Oh wacht, die postkantoren zijn ook al weg)
We sturen nog wel brieven, plaatjes en offertes, maar nu via email, whatsApp, sms, Facebook en god knows what’s next. De behoefte aan berichten blijft, maar we doen het nu op een totaal andere manier. De fax is dood.
Bank 2.0
En zo zal dat ook met banken gaan. Ik hoor veel gepraat over ‘nieuwe banken’, coöperatieve banken, ‘Banking 2.0’ en zelfs ‘Banking 3.0’. Zeer creatief allemaal, maar het gaat voorbij aan hoe innovaties verlopen. De eerste tv-stations werden niet door radiomensen opgezet, email is niet door de PTT ontwikkeld, zonnepanelen werden lang niet door energiebedrijven verkocht (tot ze ook het licht zagen;) en de eerste auto’s werden niet door paardenfokkers gebouwd.
Dus die zogenaamde nieuwe bank wordt dus ook helemaal geen bank. Wel iets waarmee we handig met ons geld om kunnen gaan, maar per definitie geen bank. En natuurlijk, het is een krachtige sector die zichzelf diep verankerd heeft in onze samenleving; daar komen we niet zo makkelijk vanaf. Maar man, man, wat zijn we er klaar voor. Of liever, klaar mee. Die onzinnige glazen en betonnen ‘hoofdkantoren’.
Die bankafschriften die er uitzien alsof ze met een matrixprinter in 1980 zijn geprint. Het overboekingsscherm dat qua indeling nauwelijks afwijkt van de overschrijvingsformulieren uit 1975. De pagina’s lange lijsten van overboekingen waar geen structuur in wordt aangebracht. De betalingen waar ik nog steeds een soort rekenmachientje van de lagere school voor moet gebruiken. En de zogenaamd ‘onmisbare systeembank’ ING die eerder dit jaar niet meer precies de saldi van hun klanten wist. Nee, dit niveau van innovatie kunnen we inderdaad niet missen.
Verziekte mentaliteit
Maar het ergste is natuurlijk de verziekte mentaliteit. Daarmee is gegarandeerd dat deze organisaties zichzelf nu langzaam maar zeker van binnenuit kapot maken. En denk niet dat ze hun leven gebeterd hebben. Want of je nu luistert naar Joris Luyendijk of Ewald Engelen, kijkt naar documentaires van Tegenlicht of The Inside Job, het verhaal is duidelijk en eerlijk gezegd ook voor de gewone man op straat heel goed te ruiken: de bankensector is aan het wegrotten.
Ik zeg laten omvallen die banken; ik geef ze graag een zetje na. Het is belachelijk hoe weinig pijn er is geleden in die sector. Waar zijn de echte offers van de medewerkers en vooral, waar zijn de strafrechtelijke vervolgingen van de topmannen? Ik heb geen medelijden. Het is tijd voor vernieuwing. Banken zijn dood. Leve de nieuwe niet-bank!
Oorspronkelijk geplaatst op NU.nl