Select Page

Gelukkig begint duurzame energie een serieuze industrie te worden. Ik behoor tot de groep mensen die vindt dat het niet snel genoeg kan gaan, dat alle initiatieven welkom zijn, en dat de omslag naar duurzaam best een beetje pijn mag doen.
Geen kolencentrale meer bouwen dus, ookal is dat goedkoper. Geen grote slurpbakken meer rijden, ookal zie je er dan heel goed uit. En ja, ook gewoon zonnepanelen op je dak leggen, ookal kosten die een halve keuken. Het is allemaal nodig want de urgentie is groot.
Nu houd ik mij zakelijk bezig met duurzame energie op een hele kleine schaal, op je huis of je kantoor. Ik geloof daar sterk in omdat het massale impact kan hebben en toch een menselijke maat heeft. Dit is iets dat bijna iedereen kan doen. En als je zonnepanelen hebt, verandert je besef van energie. Je ziet waar het vandaan komt en daardoor wordt je er zuiniger mee. Dubbel winnen dus.
Maar alleen met zonnepanelen op onze daken komen we er natuurlijk niet; er is veel meer nodig. Een heel mooi initiatief waar ik ruim een jaar geleden voor het eerst van hoorde is Desertec (www.desertec.org). Een groot internationaal samenwerkingsverband met als doel massale energieopwekking in de Sahara. Met grote spiegels wordt zonlicht gereflecteerd naar één punt bovenop een hoge toren midden tussen al die spiegels. Met die enorme hitte wordt stoom gemaakt en die stoom drijft turbines aan. Voila, stroom.
Een heel klein deel van de Sahara zou al genoeg zijn om de hele wereld van energie te voorzien middels deze technologie, Concentrated Solar Power (CSP) genaamd. Een prachtig idee nietwaar? En middels grote zout-buffers kan 24 uur per dag stroom worden opgewekt; dus ook ’s nachts! De buffers worden overdag verwarmd tot enkele honderden graden. ’s Nachts kan die warmte gebruikt worden om weer stoom te maken om daarmee weer stroom op te wekken.
CSP wordt al op enkele plekken toegepast, onder andere in Zuid Spanje. Kort geleden heb ik die zonnecentrale bezocht en wist even letterlijk niet wat ik zag! De Andalucische zon (van zichzelf al behoorlijk verblindend) werd volledig overstraald bij het samenkomen van al die lichtbundels. Wat een kracht!
‘Wat een macht’ rijmde ik er in mijn hoofd achteraan voordat ik het wist… Wie energie heeft, heeft macht. Power is power! En sindsdien maak ik mij zorgen. Grote zonnecentrales in de woestijn zijn echt een heel goed plan. Maar die grond is niet van ons; die is van de Afrikanen. Begrijpen zij wel goed genoeg op wat voor moderne goudmijn ze zitten? Worden ze straks niet verleid om hun grond voor een habbekrats te verkopen; het is immers onvruchtbare woestijngrond. En elke opbrengst is vast welkom.
Echte duurzaamheid gaat veel verder dan energie. Het gaat over het besef van wederzijdse afhankelijkheid. In een mooi Engels woord: interdependence. Afrika heeft de zon, Europa heeft de know-how en de klanten voor de energie. In potentie kunnen zonnecentrales enorme welvaart en werkgelegenheid voor Afrika betekenen. Meer welvaart in Afrika betekent minder armoede, meer eerlijkheid en meer stabiliteit in de wereld.
Ik hoop maar dat de geschiedenis ons voldoende geleerd heeft dat we moeten samenwerken en eerlijk moeten delen. Het klinkt vreselijk banaal, maar toch, ik ben er echt niet gerust op. Power is power en macht smaakt naar meer. Gaan we die zonnecentrales netjes met de Afrikanen ontwikkelen zodat vooral zij er rijk van worden? Of vervallen we in oude patronen?
Igor Kluin, © 2009